Massif ‘de l’ Esterel
Het doel van de eerste rit is het massif l’Esterel; een prachtig rood-bruin bergmassief dat zich uitstrekt vanaf de Corniche d’or (van Saint Raphael tot Mandelieu). Vanaf camping la Bergerie daal ik via de col de Bougnon in de richting van de kust. Het is lekker weer, wat heiig maar de zon is in ieder geval erbij (en dat zou deze vakantie meer regel dan uitzondering zijn). Vanaf de col de Bougnon heb ik uitzicht op de Azuurblauwe zee tussen Ste-Maxime en St. Aygulf.
Col de Bougnon
Op de Franse toeristische sites staat groots aangekondigd dat er in het gebied veel fietspaden zijn en dat er langs vrijwel de gehele kuststrook kan worden gefietst. Na twee ritten kan ik hier behoorlijk over uitweiden; zelsf bijna een boek schrijven. Hier laat ik het bij de volgende opmerking; de Fransen hebben extra asfalt voor fietsers neergelegd dat vervolgens niet wordt onderhouden. Alle rotzooi die van de straat wordt geveegd komt op het fietspad terecht. Het komt veelvuldig voor dat je plots weer de grote weg wordt opgestuurd, moet oversteken om je weg aan de andere kant te vervolgen etc. Het hele fietspadenstelsel (dat ik heb gereden) is eigenlijk een zooitje dat je moet mijden! Helaas moet ik het dus zonder fietspad doen als ik vanaf Les Issambres in de richting van de Corniche d’Or rij. Door grote badplaatsen als Frejus, Saint Raphael en Agay. Hier doemen de eerste rotspartijen van het Esterelmassief op.
Halverwege de “Corniche” rij ik via een soort van fietspad het park binnen. Auto’s hebben alleen toegang tot het begin van het natuurpark. Het is prettig fietsen hier zonder de drukte van het autoverkeer op de kustweg. Het gaat op en af en ik beklim colletjes met mooie namen als de “col de belle Barbe”. Op de verharde wegen ben ik eigenlijk al veel te snel “uitgefietst” en ik wil toch eigenlijk mijn kilometers op deze wegen maken en niet weer terug naar de kustweg. Ik neem dus de Franse variant van de strade bianchi die het gehele gebied letterlijk doorkruist.
Na een kilometer of 15 kom ik aan de andere kant van het park uit en, na een gesprekje met een oudere Franse toerfietser, blijk ik vlakbij Mandelieu te zijn. De RN richting Frejus is snel gevonden. Kleine wegen durf ik niet te nemen omdat ik het gebied niet ken en ik jammer genoeg geen kaart bij me heb. De drukte valt op zich wel mee en het voordeel is dat ik op deze grote weg mijn tempo wat kan opschroeven (mijn gemiddelde is gezakt tot dramatische waarden door het gedraai en gezoek in het natuurpark).
Inmiddels is de zon verdwenen achter een dik pak wolken en komt de regen met bakken uit de lucht. De temperatuur is gezakt naar 14 graden. Zonder regenjasje en dus met zeiknatte kleren is het bepaald niet prettig fietsen. In de stromende regen bereik ik Frejus waar ik na een speurtochtje verkleumd uiteindelijk de D8 naar de camping vind. Ik had me deze 107 km lange tocht toch heel anders voorgesteld.
Massif de Maures
Na de regensessie van eerder deze week probeer ik mijn geluk vandaag in het massief aan de andere zijde van Roquebrune sur Argens; Massif de Maures. Het is ook vandaag weer bewolkt en fris en de regenjas gaat aan. Vanaf Roquebrune draai ik een kleine weg op richting de col de Valingarde.
Massif de Maures
Na de regensessie van eerder deze week probeer ik mijn geluk vandaag in het massief aan de andere zijde van Roquebrune sur Argens; Massif de Maures. Het is ook vandaag weer bewolkt en fris en de regenjas gaat aan. Vanaf Roquebrune draai ik een kleine weg op richting de col de Valingarde.
Een mooie goedlopende beklimming van een kilometer of 4. De natuur is mooi; het is opvallend groen hier en dat ben ik niet gewend als ik in het Zuid Franse landschap fiets. In juli en augustus is het altijd gortdroog en kleurt het gras geel. Het zal dus wel aan de tijd van het jaar liggen. Boven is het jammer dat de lucht bewolkt is en de uitzichten dus beperkt. Want af en toe verschijnt er een leuke doorkijk op de zee.
Onderweg spreek ik een stel Fransen uit St. Ettienne die me waarschuwen voor de modderstromen verderop. Door de meterorologische uitspattingen van de afgelopen dagen (uitzonderlijk veel regen, wind etc) is de weg op plaatsen bedolven onder een dik pak modder; het is dus opletten geblazen. Als ik de verhalen van deze mensen hoor zijn we nog gezegend met de huidige 16 graden. In hun woonplaats was het de afgelopen dagen 4 graden in het middaguur!
De hele weg richting Plan de la tour is klein, mooi, gaat op en af; genieten!
In Plan de la tour neem ik een grotere D- weg naar Ste. Maxime die uitkomt op de grote D25 die absoluut niet te fietsen is. Over de fietspaden die eromheen liggen heb ik al genoeg geschreven. Ook langs de kuststrook van Ste-Maxime naar Les Issambres is geen fietspad dus op de grote weg dan maar. Dat is redelijk te doen en in ieder geval goed voor de snelheid want op de vlakke kustweg met de wind een beetje in de rug is het goed snelheid maken. Al snel ben ik weer bij de D8 en mag de col de Bougnon nu van de andere kant oprijden. Mooie beklimming met veel bochten en prachtig uitzicht op de Cote d’Azur. Na 66 km bereik ik de camping.
Een prachtig gebied met veel mooie natuur en prachtige steden. Tijdens de winter, die in Nederland al erg lang duurde, droomde ik vaak over het mooie weer waarin ik zou fietsen tijdens deze vakantie. Helaas heb ik minder kunnen fietsen dan gehoopt. Ook Zuid Frankrijk deelt deze keer mee in de meteorologische malaise die vrijwel geheel Europa in zijn greep heeft. Hopelijk laat de zon zich weer snel zien en warmt ook Nederland weer op tot normale temperaturen want komende zondag wordt de Grenslandklassieker gereden.