Täsch Zwitserland Dag 2 - Diga di Mattmark

Nadat mijn twee fietsende reisgenoten gisteren een rit van 215 km afwerkte was het doel van vandaag de Mattmarksee. Retour een kilometer of 95. Dat is ook voor mij te doen dus daarom besluit ik met Peter en Rob mee te fietsen.

Ondanks de 12 graden op de thermometer laat ik me niet verleiden tot het meenemen van ballast. Het tempo ligt een stukkie hoger dan gisteren; ik weet dat de twee andere fietsers wat meer in de benen hebben dan ikzelf. Geen probleem; ik heb me voorgenomen de heren bij te benen tot de voet van de Diga di Mattmark, het hoge doel van vandaag. Het bijhouden gaat prima en ik kan nog af en toe overnemen ook. Waar peter en Rob gisteren nog door de tunnel reden, leid ik ze nu mooi eromheen. Het nadeel; alweer een extra klimmetje. De voet van de klim is snel bereikt. Via dezelfde weg die ik gisteren reed dalen we in volle sneliheid naar Stalden.

Op de klim laat ik Peter en Rob gaan en fiets in mijn eigen tempo naar boven. We rijden hier in het Saas-tal; een prachtig dal dat leidt naar de dorpen Saas Grund, Saas Balen, Saas Fee en Saas Amalgell en uiteindelijk doodloopt aan de Diga di Mattmark (stuwmeer). Het stijgingspercentage komt bij lange na niet in de buurt van de 9%; hetgeen gisteren op de Moosalp eerder regel dan uitzondering was. De temperatuur is ideaal. Met een graadje of 23 in het dal is het lekker fietsen. Ik draai een lekker tempo. Ook hier is de omgeving weer van uitzonderlijke schoonheid. In mij euforie passeer ik twee wielrenners die ook de uitdaging wel zien in deze klim. Fluitend rijdt ik door de Saas” dorpjes; de stijgingen liggen tussen de 4% en 6% en dat verteer ik prima. Na Saas Amalgell veranderd geleidelijk de omgeving. Waar eerste de mooie alpenweiden en dorpjes domineren is het hier ruwer. Rotspartijen met grote resten sneeuw, kletterende watervallen die langs de bergwanden stromen.



Ook de weg wordt ruwer; de leuke percentages verharden zich en stijgen van 6 naar 7 naar 8 en naar 9 procenten. Geheel tegen het door mij bestudeerde bergprofiel in; want hierin staat immers dat de laatste 4 kilometers aan een procent of 6 zijn. Geloof me dan vallen de werkelijke percentages heel vies tegen.



Naarmate de klim vordert wordt het decor imposanter maar wordt het genieten moeilijk. In de verte ligt de wand van het stuwmeer en die komt maar langzaam dichterbij. In de laatste kilometer stijgt de weg door naar 12%; er lijkt geen einde aan te komen. Maar aan alles komt een eind en gelukkig ook aan mijn lijden op deze klim. Nadat ik bovenaan op adem ben gekomen neem ik wat fotos van het mooie berglandschap om me heen.






Tot mijn verbazing is geen spoor te bekennen van Peter en Rob (die ik toch echt niet gepasseerd ben). De omgeving boven aan het stuwmeer is magistraal. Omringd door gletsjers, hoge bertoppen en het groenblauwe water van de Mattmarksee bekijk ik de wegen waarlangs ik net naar boven ben geklommen.



In de verte zie ik twee stippen de top naderen. Het blijken Peter en Rob te zijn. Ook voor hen is het harken in de laatste kilometers en uiteraard leg ik hun lijden vast op de gevoelige plaat. De heren zijn op driekwart van de klim per ongeluk afgeslagen naar Saas Fee en hebben zodoende een paar leuke kilometers extra klim mogen meenemen.



De eerste kilometers van de afdaling zijn vervelend. Door de bochten en het dalingspercentage moet er flink in de remmen geknepen worden. Maar nadat de steile passages achter ons liggen is het volle bak naar beneden. Er zijn vrijwel geen noemenswaardige bochten meer en remmen is eigenlijk niet meer nodig. Als een wervelwind door Saas Amalgell en Saas grund. Hier stoppen we even om de inwendige mens te versterken. Cola en een goulashsoep bestel ik op het leuke terras. Een rare combinatie maar het smaakt uitstekend en het geeft weer de nodige energie om de verdere afdaling naar Stalden te vervolgen.



En dat gaat weer erg snel. Een paar kilometer voor Stalden ontwaar ik wel een erg fotogeniek plaatje. Met volle kracht knijp ik in de remmen en rij even terug om dit vast te leggen; mooi hè!



Stalden wordt in een vloek bereikt en de beklimming naar Tasch wordt ingezet. Hier moeten de benen weer even wennen. In de komende 20km moet er weer 650 meter geklommen worden. Stukken vals plat wisselen elkaar af met flinke beklimmingen, korte dalingen en langere stukken tegen 5, 6 en 7%. Vooral de klim vanaf het fietspad in de richting van de grote weg legt weer een bommetje in de kuiten; staand op de pedalen en gegeseld door de regen die op dat moment met bakken uit de lucht komt vallen bereik ik de doorgaande weg. Vlak achter Rob en Peter die ik tot op dat moment nog vrij aardig kan bijbenen.

Nog 12 km en 350 hoogtemeters en mijn benen beginnen te protesteren. Ik doe geen moeite meer om mijn metgezellen bij te houden; het zou me alleen maar opbreken in de laatste kilometers. In mij eigen tempo klim ik rustig verder en weet dat er nog één echt zwaar stukje komt. Een vandaag is het nog zwaarder dan gisteren.

Als ik aan het moeilijke stuk begin zie ik Rob en Peter de laatste (en meest steile) draai maken. Mijn achterstand valt me mee. Naarmate de klim vordert lijkt het wel of de procenten hier dubbel tellen. Als ik bijna boven ben haalt de teller de 8km per uur nog net; ik zit er helemaal doorheen. Gelukkig kan ik verder rustig uitfietsen tot het hotel. Want de laatste 4 kilometer zijn nagenoeg vlak.

In het hotel aangekomen grijp ik vlug mijn telefoon die ik vanmorgen vergeten was. Op de SMS staat een berichtje van kalita; “3e op de 200 wissel lalala”. Ik spring een gat in de lucht, Renee heeft het toch weer geflikt!!! Mijn dag kan niet meer stuk. Als dank hiervoor en voor het mooie weekend wordt er tijdens en na het avondeten het nodige aan Bachus geofferd. En als de bazin van het hotel om 24.00 uur de bar sluit komt er een einde aan een heel mooi, pittig, maar ook gezellig fietsweekend.

.

.