De eerste echte zonnestralen streelden afgelopen weken mijn armen en benen. Tijdens een tocht langs een aantal highlights van de Amstel Goldrace kon eindelijk de laatste restjes van de afgelopen winter worden afgegooid. Het schitterende weer zette zich afgelopen zondag door; ideale omstandigheden tijdens de eerste toertocht voor 2010 – Klimmen – Banneux – Klimmen.
Om 9.30 uur vertrek ik voor de 130km versie. Deze 130km fiets ik niet helemaal want ik vertrek vanuit Eijsden en pik de route op in Mesch. Hier blijkt dat ik zeker niet de enige deelnemer ben want ik sluit aan bij een lang lint wielrenners. Het eerste obstakel volgt snel; de klim naar La Heydt.
In een lekker tempo gaat het vervolgens richting Dalhem waar de kasseiklim door het dorp wordt gevolgd. Een heel mooi en pittig klimmetje. Eigenlijk een foto waard maar overal afstappen schiet niet echt op natuurlijk. De hele route is eigenlijk continu stijgen en dalen. Het lijkt wel een jojo. Nauwelijks vlakke momenten. De eerstvolgende bult van betekenis is gelijk de langste van de dag; de Transenster Nord, de klim van Nessonvaux naar Banneux. Een gelijkmatige klim met prachtige vergezichten door een landschap dat langsaam ontwaakt uit een forse winterslaap. Op een mooi punt schiet ik een paar plaatsjes van voorbijgangers.
Transenster Nord
Op de bevoorrading in Banneux neem ik mijn etenzakje in ontvangst en fiets weer vrij snel door. Het is er druk en langs de grote/drukke doorgaande weg naar Pepinster is het niet echt lekker toeven.
Banneux bevoorading
Op deze weg kun je trouwens wel lekker doorknallen. Maar helaas beland ik halverwege de afdaling in een file en moet ik verplicht rustig rijden tot aan de voet van de Cornesse. Door wegwerkzaamheden buigt de stroom fietsers na een paar honderd meter naar rechts en via de deviation wordt de côte de Wegnez bedwongen. In mijn beleving toch de steilste klim van de dag met een paar stukken die flink over de 10% heengaan. En dat op een weg waar het asfalt slechts op een enkele plaats de grootte van een vierkante meter overtreft! Er zijn heel wat fietsers die een stuk van deze klim lopend afleggen. Zelf rij ik vrij gemakkelijk omhoog en merk dat ik, naarmate de tocht vordert, steeds meer fietsers inhaal. Vaak zijn het groepjes die me vervolgens op het vlakke weer passeren; soms pik ik aan.
Na de klim bij José stop ik even bij een plaatselijke eet/drinkgelegenheid om mijn bidons te vullen. Zonder zal ik het niet ver meer redden. Water gemengd met Aquarius is de keuze en hier kom ik achteraf prima mee thuis. De route wordt vervolgd via Bolland, Mortier, Julémont en de mooie klim via St. Jean Sart die ik intussen al op de automatische piloot kan fietsen. Het is geen moeilijke klim maar de benen beginnen toch al wat zwaarder te worden; 90 km staat al op de klok! De volgende klim is minstens zo mooi en brengt ons van St. Martensvoeren naar Ulvend.
St. Jean Sart
Het gaat nog steeds prima zolang ik een strak tempo aanhoud en geen gekke versnellingen ga trappen. Ook dit colletje is bekend terrein en rij ik vaak op tijdens mijn tochtjes. Boven gekomen wijzen de goed zichtbare oranje pijlen naar Teuven. Op dat moment heb ik 100km op de klok staan en besluit om de toertocht af te breken en van hieruit terug naar huis te rijden. Hoewel het nog goed gaat zou het volgen van de route ertoe leiden dat ik ruim 150km op de klok zou hebben bij thuiskomst en dat is gewoon te veel op dit moment.
In gestrekte draf ga ik huiswaarts en dat is vanaf de plaats waar ik de route staak vrijwel alleen maar naar beneden. Er zit best nog jus in de benen maar als ik het laatste knikje bij “Hakkeknop” naar boven wil spurten verzuur ik wel erg snel. Moe maar voldaan douche ik het zweet en stof van me af en ga languit Luik Bastenaken Luik kijken. Een echte wielerdag dus!
Volgende afspraak: de Grenslandklassieker op 16 mei 2010, maar eerste lekker fietsen aan de Côte d’Azur!