Na de zware vulkaneifel bike marathon staat
een week later de Mergelheuvelland 2 daagse op het programma; al jaren heb ik een
vaste afspraak met dit mooie evenement. Op zaterdag rij ik de 70km MTB.
Om 8.00 uur vertrek ik in goed gezelschap van
Frank, Richard, Igor en Leon (dolle pret verzekerd) in de richting van Libeek
waar de tocht start.
De eerste kilometers zijn weinig spectaculair en zeker niet zwaar. We volgen enkele bekende brede veldwegen richting Blegny. Hier begint het echte werk met een opeenvolging van behoorlijk steile hellingen. Eenmaal aanbeland bij de, aan het Maasdal gelegen, hellingbossen van Wandre/Cheratte en Vise wordt het parcours behoorlijk technisch. De steile en technische afdalingen zijn voor velen een maat te groot. In vergelijking met veel van deze mannen ben ik (met mijn 1 ½ jaar MTB-ervaring) een topper. Lachwekkende taferelen die in de beste slapstick niet zouden misstaan zijn hier te aanschouwen. Bikers die al steppend naar beneden proberen te komen en natuurlijk halverwege in de modder bijten. Mannen die zich van tak tot tak laten zakken. Het gaat goed totdat de tak breekt en de biker vervolgens met volle snelheid tegen een andere ploeteraar aan knalt. Nee, dan valt het met mijn daaltechniek nog wel mee. Gecontroleerd laveer ik tussen de lopers en steppers door naar beneden, op weg naar de volgende hindernis. En die zijn er genoeg vandaag.
De eerste kilometers zijn weinig spectaculair en zeker niet zwaar. We volgen enkele bekende brede veldwegen richting Blegny. Hier begint het echte werk met een opeenvolging van behoorlijk steile hellingen. Eenmaal aanbeland bij de, aan het Maasdal gelegen, hellingbossen van Wandre/Cheratte en Vise wordt het parcours behoorlijk technisch. De steile en technische afdalingen zijn voor velen een maat te groot. In vergelijking met veel van deze mannen ben ik (met mijn 1 ½ jaar MTB-ervaring) een topper. Lachwekkende taferelen die in de beste slapstick niet zouden misstaan zijn hier te aanschouwen. Bikers die al steppend naar beneden proberen te komen en natuurlijk halverwege in de modder bijten. Mannen die zich van tak tot tak laten zakken. Het gaat goed totdat de tak breekt en de biker vervolgens met volle snelheid tegen een andere ploeteraar aan knalt. Nee, dan valt het met mijn daaltechniek nog wel mee. Gecontroleerd laveer ik tussen de lopers en steppers door naar beneden, op weg naar de volgende hindernis. En die zijn er genoeg vandaag.
Toch wordt ik ook vandaag weer met mijn neus
op de feiten gedrukt als ik op een modderige en gladde singletrail tot drie
keer toe onderuit ga. Een dikke knie, wat schaafwonden en striemen van
braamstruiken zijn het gevolg; het vertrouwen is even ver te zoeken en ineens gaat
alles een stukje moeilijker. Gelukkig volgt de laatste bevoorrading snel en
daar kan ik me weer enigszins herpakken. De laatste 20 kilometers nestel ik me
weer in de groep en rijden we weer in de richting van Libeek. Richard en Frank
(die zijn goede benen duidelijk tot het laatst bewaarde) trekken de kop op de
klimmen die nog resten. Bij Leon, Igor en mezelf is het beste er van af al zijn
de benen veel beter dan een week geleden.