Bart Brentjens Challenge 2013


Het is half 9 in de ochtend als ik opsta. Het regent dat het zeikt en ik zie aan de poelen in de straat dat deze nattigheid al de hele nacht uit de lucht valt. Modder, modder en nog eens modder! De buienradar meldt een lichtpuntje; de regenzone trekt naar het noorden weg. Gewoon vertrekken en zien waar het schip strandt.
10.00 uur. Ik meld ik me bij het startvak. Het is droog. Om 10.15 zijn we op weg. Samen met Marc die net als ik rustig wil beginnen. De eerste meters omhoog - de wei in Mesch - Luuk en Renee komen me moed inspreken; kom op pap; je kunt het!!! Luuk maakt de foto waar ik nog geheel steriel op sta. Dat zal snel veranderen.



De eerste echte helling, de Voerenweg. Ik hou me bewust in; niet te snel menneke anders is het dadelijk weer na 50 kilometer gedaan met je. De eerste echte modder op de weg naar Libeek en de natte passage door de Heerkuil  (heb nooit geweten dat hier een rivier liep). Het gaat menens gaat worden vandaag.

Mheer - mijn achterrem loopt aan en remt niet. Als ik dat maar gemaakt krijg. Ik herinner me de wijze les van Jan, onze mecanicien in de Eifel. Alles of niets, wiel eruit, rempads eruit en zuigers schoonmaken (voor zover dat mogelijk is in een inham van de Steegstraat in Mheer). En verdraaid, het lukt en een kwartier later ben ik weer op weg.
Beutenaken - de eerste zware hindernis. Vast besloten om dit kreng fietsend boven te komen. Nieuwe Nobby Nic achter dus dat moet lukken. Helaas - lopers versperren bij het eerste steile stuk aan beide kanten de doorgang - jammer.

Eerste bevoorrading. Rustig aan. Plas, banaan, Isostar en daarna verder met Leon (oet Eejsde). De klimmen zijn voor hem echter iets makkelijker door een duw op de knop van zijn E-bike. Ik rij mijn eigen tempo.

Bevoorrading 2 - wel heel erg snel. Ik rij door.
Vanaf nu wordt het zwaar. De pittige beklimmingen elkaar in rap tempo op. Rustig is mijn toverwoord. Op weg naar de splitsing - Ik twijfel; ga ik voor de 70 of voor de volle 100?  Het gaat vrij makkelijk maar de inzinking in de Eifel ligt nog vers in het geheugen. Luuk appt:  "Hey pap, kom op hè ga voor de 100"!
De dood of de gladiolen. Alweer rustig rij ik naar de top van de Keutenberg. Via Osebos, Beertsenhoven, Beversbergweg en de Keutenberg - 4 pittige hellingen op rij - mijn eigen uitpijlroute.

Ik zit al een tijd zonder drank.  De top van de Keutenberg. Iedereen loopt het laatste stuk naar boven. Non den Jus; dat zal me niet gebeuren vandaag en fietsend kom ik boven. De wind giert hier op het plateau. Ik snak naar drinken. Een vers gejatte appel biedt even uitkomst. De bevoorrading duurt lang. Na 75km bereik ik eindelijk Wolfshuis waar ik kan bijtanken en te lang blijf hangen. Wederzien met Leon.
Fijn de laatste 30km samen, af en toe uit de wind. De beklimming van de Bemelerberg. Mijn  plan loopt in de soep. Ik neem de verharde weg omdat ik een loopstuk voor ogen heb van een week eerder. Dat klopt niet en Leon is ruim voor mij boven en gaat achter een ander geel jack aan. Ik wacht 5 minuten tevergeefs in de kou - eigen schuld, gewoon de route rijden - spreek ik vermanend tegen mezelf.

Gasthuis, pittige afdaling, voorspatbord kwijt. Cadier en Keer, leuke afdaling naar Gronsveld. De pittige klim door het Savelsbos richting Eckelrade en de laatste bevoorrading. Ik klets wat met bekenden die achter de tafel staan.

Nu dan toch echt het gas erop. Volle bak over bekend terrein naar de laatste klim bij de bosrand. Bij het indraaien legt Luuk me op de gevoelige plaat vast. Een steil kreng die laatste klim. Maar ik heb nog jus in de benen en kom fietsend boven.




Ik ruik de eindstreep en haal nog aardig wat mannen in. In Mariadorp lijkt mijn fiets automatisch richting thuis te sturen en mis ik volledig de bocht naar links. De verkeersregelaar rij ik bijna omver. Om 16.55 uur hoor ik de piep en rij ik over de eindstreep.  
Genoten heb ik zeker vandaag, in tegenstelling tot de Vulkaneifel Bikemaraton. Het had achteraf zeker sneller gekund. Het pechgevalletje, de lange bevoorradingen, het domme wachten. Maar vooral te gezapig gereden, te bang om kapot te gaan.
Het seizoen is nu voorbij. Mijn eerste echte MTB-seizoen. Een prachtige combinatie van genieten, afzien, sensatie, adrenaline, rust, techniek. Een korte winterslaap gaat nu beginnen. Kalita heeft de lijst met klussen (die door het vele fietsen zijn blijven liggen) al klaar.

Mergelheuvelland 2 daagse


Na de zware vulkaneifel bike marathon staat een week later de Mergelheuvelland 2 daagse op het programma; al jaren heb ik een vaste afspraak met dit mooie evenement. Op zaterdag rij ik de 70km MTB.

Om 8.00 uur vertrek ik in goed gezelschap van Frank, Richard, Igor en Leon (dolle pret verzekerd) in de richting van Libeek waar de tocht start.



De eerste kilometers zijn weinig spectaculair en zeker niet zwaar. We volgen enkele bekende brede veldwegen richting Blegny. Hier begint het echte werk met een opeenvolging van behoorlijk steile hellingen. Eenmaal aanbeland bij de, aan het Maasdal gelegen, hellingbossen van Wandre/Cheratte en Vise wordt het parcours behoorlijk technisch. De steile en technische afdalingen zijn voor velen een maat te groot. In vergelijking met veel van deze mannen ben ik (met mijn 1 ½ jaar MTB-ervaring) een topper. Lachwekkende taferelen die in de beste slapstick niet zouden misstaan zijn hier te aanschouwen. Bikers die al steppend naar beneden proberen te komen en natuurlijk halverwege in de modder bijten. Mannen die zich van tak tot tak laten zakken. Het gaat goed totdat de tak breekt en de biker vervolgens met volle snelheid tegen een andere ploeteraar aan knalt. Nee, dan valt het met mijn daaltechniek nog wel mee. Gecontroleerd laveer ik tussen de lopers en steppers door naar beneden, op weg naar de volgende hindernis. En die zijn er genoeg vandaag.

Toch wordt ik ook vandaag weer met mijn neus op de feiten gedrukt als ik op een modderige en gladde singletrail tot drie keer toe onderuit ga. Een dikke knie, wat schaafwonden en striemen van braamstruiken zijn het gevolg; het vertrouwen is even ver te zoeken en ineens gaat alles een stukje moeilijker. Gelukkig volgt de laatste bevoorrading snel en daar kan ik me weer enigszins herpakken. De laatste 20 kilometers nestel ik me weer in de groep en rijden we weer in de richting van Libeek. Richard en Frank (die zijn goede benen duidelijk tot het laatst bewaarde) trekken de kop op de klimmen die nog resten. Bij Leon, Igor en mezelf is het beste er van af al zijn de benen veel beter dan een week geleden.

In libeek wordt traditiegetrouw afgesloten met een lekker biertje en een stuk riestevloai. Onder het genot van een prachtig live orkest genieten we nog even na onder een flets zonnetje

Vulkaneifel bikemarathon



Als je gaat beginnen aan een 85km lange mountainbike marathon dan weet je dat je een beetje gaat afzien. De mate hiervan heb je voor een gedeelte zelf in handen. Vanaf de zomervakantie flink getraind. Supervorm in augustus. Maar drie weken voor het uur u een blessure. Noodgedwongen rust dus. Op de dag zelf tape om de knie. Materiaal in orde! En dus togen we met 1 vrouw en 7 mannen zelfverzekerd naar Daun.



Het was gezellig. Het startnummer opgehaald in Daun. Heerlijk gegeten en een lekkere pot bier; wat wil je nog meer. In het plaatsje Rockeskyll was er een top-dj ingehuurd en de plaatselijke jeugd werd de hele avond vermaakt. Helaas gold dat ook voor een aantal fietsers want deze prachtige klanken kwamen met zo een vocaal geweld uit de boxen dat ik pas na 4.15 uur (toen de muziek eindelijk uitging) de slaap kon vatten. Gelukkig kon ik tot 6.20 uur uitslapen.

Er was nog iets waar ik geen vat op had; de grillen van het weer. Tijdens de start valt de regen met bakken uit de lucht. Een plastic vuilniszak houdt me dan nog droog. Een mistroostige bedoening.








"Nee, de Eifel bestaat toch vrijwel alleen uit vrij brede schötterpaden en is niet echt modderig". Dat werd mij door kenners verzekerd. Maar de waarheid is anders. De afgelopen twee weken veranderde het stoffige Eifelse landschap in een grote modderpoel. Dat gold althans voor een groot deel van het parcours waarover de MTB-ers van de marathon werden gestuurd. De mooiste weidebeklimmingen van de omgeving, waarvan de stijgingspercentages ver uitstijgen boven de verwachte lange lopers van 6%, zijn op het moment suprême veranderd in een groot modderballet waarop grip en tractie (met mijn droogweer bandjes - Racing Ralph) ver te zoeken is. Lopen is op gedeelten van deze beklimmingen de enige optie. Maar ook lopen is zwaar als je tot je enkels in de zuigende modder staat. De modder voel je overal en op een bepaald moment maak je er door de onbedoelde schutkleuren bijna deel van uit.

Tussen kilometer 20 en 65 word ik zodanig uitgeknepen dat ik na de laatste bevoorrading het liefst linea recta naar Daun wil rijden. Maar ja; opgeven?????? In mijn eerste wedstrijd??????? Dat is geen optie! En dus vervolg ik de lange weg naar Daun.

Af en toe kan ik nog wel genieten van het mooie landschap als het parcours even iets afvlakt. Ik geef een zuinige lach als een oud vrouwtje "die schöne strecke" aanprijst die dadelijk komen gaat. Of tijdens een praatje met een MTB-er uit Hasselt die net als ik zwaar afziet. Afwisselend halen we elkaar in en kunnen we lachen om de escapade waar we mee bezig zijn.

Rond kilometer 75 begint de apotheose van deze marathon. Rechts van mij kijk ik omhoog naar een ruim 2 km lange en steile beklimming over een weg die is bezaaid met zwart vulkaangrind. De meeste MTB-ers die nog op het parcours zijn hebben het stalen ros verlaten en stijgen te voet naar boven.

Maar 2 kilometer naar boven lopen - daar had ik al helemaal geen zin meer in. Mijn laatste reserves spreek ik aan om deze bult al fietsend op mijn palmares te zetten. De lopers haal ik maar langzaam in. Boven aangekomen weet ik dat het ergste achter de rug is en neem ik even tijd om de twee vulkaanmeren links en rechts van mij te bewonderen; een prachtig plaatsje.

Het laatste stukje gaat bergafwaarts over een smal verhard fietspad richting Daun. De finish is nu snel bereikt maar in de laatste kilometer is er nog een klein bommetje gelegd. Er moet nog 300m steile wand geslecht worden. Maar in de wetenschap dat daarachter echt de finish ligt is dat geen onneembare vesting meer. Afgepeigerd rij ik over de finish.



Na de wedstrijd moet ik jammer genoeg direct huiswaarts en komt er een abrupt einde aan een heel gezellig weekendje met voor mij wel een heel erg zware zaterdag.

Parc regional du Vercors en de Diois (Drôme)


De zomervakantie gaat dit jaar naar Recoubeau de Jansac, gelegen in de schaduw van het Parc Regional du Vrcors en de Montagne de Diois. Zowel voor de MTB als de racefiets lijkt deze standplaats een walhalla. Uiteindelijk gaat toch alleen de racer mee omdat ik wat twijfels heb om alleen het ruige gebergte in te trekken met de MTB.
De aankomst is veelbelovend. Een heerlijke camping met een prachtig uitzicht op de woeste rotspartijen van de pré-alpse reuzen van het Vercorsgebergte.



Col de pennes: het eerste ritje is een opwarmer met twee beklimmingen en van de Col de Pennes. Vanuit Barnaves 10,5 km naar de top. Een milde aanloop maar vanaf Barnave helt de weg tussen de 6 en 8%. De afdaling naar Pennes les Sec is stijl en moeilijk. Dat geldt zeker voor de beklimming vanaf Aucelon. Tot genoemd gehucht stijgt de weg heel mild van het dorp eenmaal uit mag je op de trappers gaan staan voor 7km aan 8,2% gemiddeld. Het valt behoorlijk zwaar in de hete ochtendzon!



Col de Ménee: Vanaf de camping rij ik via Chattillon en Diois het Parc du Vercors in. Hier kun je twee beklimmingen nemen; Col de Grimone of de Col de Ménee. Vandaag staat de laatstgenoemde op het programma. Vanaf Chattillon loopt de weg omhoog richting Menée waar de "echte"klim begint. Een mooie weg met fraaie uitzichten over de rotspartijen en de opvallend groene weiden eromheen.  

Mede door het gemiddelde van 5% is deze klim prima te fietsen. Op de top maak ik rechtsomkeer naar de camping om Renee op te pikken en nog een toertje te maken van een 40km over het mild golvend parcours rondom de camping.

Col de Miscon: Daags erna rij ik met Luuk naar de Col de miscon. Via Luc en Diois, bekend om de saute de la Drôme en de claps (een gigantische rotspartij is hier naar beneden gekomen en in de rivier gevallen) rijden we via een rustige klim naar Miscon. Vanaf Miscon in de richting van Boulc is het steile wand klimmen naar de top. Bijna 3 km volle inspanning tot boven. De conditie van Luuk blijkt nog uitstekend en redelijk soepel fietst hij naar de top. Vanaf de top rechtsomkeer terug naar de camping - 20 km heerlijke afdaling. 



Col de Pennes, Col de Roustans en col de Prémol: Een pittig ritje vandaag dat met malheur begint. De col de Pennes (vanaf Recoubeau) wordt van nieuw asfalt voorzien en vanaf Jansac wordt ik gedwongen om stukken te lopen of te fietsen op pas "bekiezelde" weg. Vooral de banden vinden dit niet prettig en als ik bijna boven ben is er al een aan vervanging toe. Ik kom de hele rit niet in mijn ritme en echt genieten is er niet bij. Vanaf St. Nazaire de Dessert begint in een aantal etappes de klim naar de Roustans (op ruim 1200m hoogte). Deze klim gaat via een aantal tussencols waarna een korte afdaling volgt.
In La motte Chaloncon maak ik een tussenstop en eet ik wat bij de bakker. De jus is dan al uit de benen (voor zover die er vandaag al in zat). Via de col de Prémol rij ik terug naar de camping. Vooraf leek mij dit een hele mooie en zware route. Dat laatste klopte wel maar vergeleken bij de bergen aan de andere zijde van de camping viel dit ritje wat tegen.

Col de Miscon, Col de Grimone (gorges de Gats): onbewust wordt het beste voor het laatste bewaard. Via de eerder genoemde col de Miscon rij ik naar de col de Grimone. Voordat deze weg bereikt wordt moet ik door een tunnel van een kilometer lang. Op zich geen probleem maar die tunnel is niet verlicht. Niet echt prettig fietsen dus. Eenmaal op de Grimone begint het grote genieten. Tussen een fraai decor van hoge rostwanden, kletterende riviertjes, bos bijna 20 kilometer naar de top. Zeker geen straf omdat de stijgingspercentages gematigd zijn en de warme zon vaak achter de rosten of het bladerendek  verscholen blijft. Ben je ooit in deze buurt is deze klim een must; een beauty eerste klas.


Na twee weken pakken we de spullen weer in en wordt de caravan weer voor een jaar in de stalling geplaatst. Het hooggebergte maakt weer plaats voor de bescheiden Limburgse en Belgische heuvels.

Op pad

De meivakantie is weer een uitstekende reden om onbekend gebied te verkennen. Na een mooie week Torremolinos met de zwemmers wordt de tweede week doorgebracht in Oosterhout. Twee bekende MTB-routes in de buurt;

De Loonse en Drunense duinen
En rit van uiteindelijk 92km voert naar Kaatsheuvel aan de rand van de MTB-route. Het natuurgebied is ronduit mooi. De bossen afgewisseld door de heide en duinen; zeer apart. De route voert vrijwel alleen over singletracks door de bossen en over de duinen. Op zich geen lange beklimmingen dus boven komen zou geen enkel probleem moeten zijn. Maar door het zware mulle zand is simpelweg niet doorheen te komen waardoor vrijwel elke zandhelling een onneembare vesting wordt; en dat is echt een groot nadeel van deze route. Tijdens de rit heb ik het gevoel dat het zand mijn fiets compleet wegvreet. Na ruim 25km MTB-route vind ik het welletjes en rij weer terug naar Oosterhout. Ondanks de mooie natuur is dit zeker niet voor herhaling vatbaar. Ik ben duidelijk geen zandhaas!





Dorst
In tegenstelling tot de hierboven beschreven LDD-route is het rondje Dorst een cross parcours.  Ruim 9 km technische singletrack op een mooi aangelegde route.  Zwaar is het parcours zeker niet maar omdat ik dit rondje twee keer volle bak wil afleggen rij ik continu in het rood.  De ene bocht na de andere, tussen de bomen door , remmen, optrekken, klimmetje, afdaling; niet bepaald het parcours dat een Limburgse kleiboer gewend is. Wel heel erg leuk om te rijden.

Op pad zijn in een andere omgeving is altijd leuk. Maar als ik dan weer in mijn eigen mooie streek rond rij dan geniet ik ook weer met volle teugen en ben ik blij dat ik lekker in dit prachtige heuvelland mag fietsen.


.

.