Ardennentrip Ambly

Er zijn zo van die ritjes die nog mooier zijn dan de doorsnee fietstochten op zaterdag of zondag. Afgelopen vrijdag was er zo eentje. Doel is een vakantiehuis in Ambly; prachtig gelegen in de Belgische Ardennen, waar we worden getrakteerd op een leuk familieweekend. De tocht is op papier 97 km lang met ruim 1400 hoogtemeters; een pittige rit dus! Vanaf mijn woonplaats fiets ik langs de maas richting Luik. De eerste kilometers zijn ter opwarming en gaan over een fietspad tussen de maas en de autosnelweg. De “echte”tocht begint in Jupille sur Meuse. Direct na binnen rijden van deze aartslelijke Luikse agglomeratie begint de weg te stijgen. Met het stijgen van de hoogte stijgt ook de esthetische waarde van deze tocht. Het eerste hoogtepunt dient zich aan; een heuse kasseiklim tussen Jupille en Beyne. Deze klim is eigenlijk een verlengde van de klim die eigenlijk al begint op het moment dat je de Maas verlaat. Het is een leuke, mooie maar pittige klim op onvervalst Waals macadam dat, als extra toetje, is opgetuigd met kasseien die in Parijs - Roubaix niet zouden misstaan.

 














Tijdens het maken van deze foto wordt mijn camera bijna aan flarden gereden door twee jeugdige Walen. Uit respect gingen ze wel erg ver aan de kant maar hadden niet gezien dat er in de berm een fotocamera (ingesteld met de zelfontspanner) stond opgesteld die mijzelf en de klim voor altijd wil verenigen. Op 30 cm voor de camera houdt de auto stil; achteraf wel een hilarisch moment met beide heren die mij en passant vergelijken met Tom Boonen (die een paar weken geleden Parijs – Roubaix won). De rit wordt voortgezet richting Beyne en Romsee. Vanaf Romsee daal ik in de armen van de Ardense schoonheid en zie de eerste prachtige uitzichten. Er zullen er nog veel volgen. De tweede klim dient zich aan op de weg van Prayon naar Beufays. Op de weg tussen Beaufays en Sprimont wordt druk getraind door de profploegen die komende zondag hun opwachting maken in Luik-Bastenaken-Luik. Achtereenvolgens passeren Cofidis, Lotto en Quickstep (gebroederlijk naast elkaar) en Francais des Jeux. Eenzaam op een bankje zit een oude man te genieten van het tafereel dat zich voor hem afspeelt. Zondag zit hij niet op het bankje; ze komen hier zondag niet langs, zegt hij lachend. Nadat de oude man me de weg naar Rouvreux wijst en ik hem voor zondag veel geluk wens met zijn idool, Philippe Gilbert, sla ik rechtsaf naar de rust van de velden en de bossen en klim in een rustig tempo naar Rouvreux. Boven is het prachtig en kijk ik uit op de top van de Chambralles, de volgende beklimming in de rit. Eerst nog een pittige afdaling naar de Ambleve. Het gaat hier steil naar beneden en ik bedenk me dat ik blij mag zijn dat ik deze niet op hoef te fietsen; hoewel de Chambralles die volgt natuurlijk ook geen kinderachtige is. Het eerste stuk door het bos, langs de groeve loopt het flink omhoog en tikt bijna de 20% aan. Op een mooie plek met een bankje eet ik mijn pannenkoeken met appelstroop. Van hier zie je de bergkam aan de overzijde van de Ambleve waar ik zo juist vandaan kom (Rouvreux).

 














Via de rustige Ardense binnenwegen zet ik koers in de richting van Durbuy.

 






























Durbuy is een leuk maar toeristische stadje. Op één van de vele terassen verorber ik een halve liter cola. Wat extra energie is wel nodig want het zwaartepunt van de route volgt nog. Bij het uitrijden van het dorp vul ik mijn bidons met het water dat ik zojuist gekocht heb in een Waals café bij een schone dame met een typisch Vlaams accent. Een zakje Isostar in de bidon en we kunnen weer verder . Over de mooie fietspaden in de richting van Petithan. Helaas is het fietspad snel ten einde en moet ik over een vervelende weg verder. De binnenwegen leiden in dit geval tot meer omwegen dan me lief is en het doel zal toch uiteindelijk bereikt moeten worden. En dus kies de grote baan naar Hotton. Vanaf Hotton is het echter weer genieten maar tegelijk behoorlijk afzien. Want al direct na het verlaten van de grote weg gaat het behoorlijk omhoog.


 


















Na het dorpje Menil-Favay stijgt de weg stevig door met lange stukken boven de 10%. Mijn benen beginnen inmiddels aardig “vol” te lopen. De omgeving maakt echter veel goed. Midden in het bos wordt het hoogtepunt van deze rit bereikt (440m).

















Het is niet alleen het letterlijke hoogtepunt van deze rit (440m); de omgeving is van een onnavolgbare schoonheid. Prachtige kleuren schitteren in de zon die mij de hele tocht begeleid. Ondanks het stijgend wegdek is het een genot om hier te fietsen. Via de smalle wegen van Grimbriemont, Roy en Charneux bereik ik moe maar voldaan Ambly. Door het foutje bij Beaufays en nog een paar kleinere miskleunen staat de teller uiteindelijk op 109km en 1551 hoogtemeters.

DIKKE BANDENRACE

Wielrennen is één van mijn passies. Dat moet je na het lezen van deze weblog wel duidelijk zijn. En als ik zo in mijn eentje door de Limburgse of Belgische heuvels fiets dan voel ik me soms wel eens een echte ster. Dat gevoel dat je echt sterk bent, niet kapot bent te krijgen; heerlijk is dat! Als ik met een groep fiets is dat meestal net even anders. Dan heb ik juist vaak het gevoel dat ik toch net even iets minder ben als mijn fietsgenoten; zeker als er hard wordt doorgetrokken op een lang recht en vlak stuk. Dan moet ik altijd bijten om in het wiel te blijven. Overnemen komt dan al helemaal niet in mijn vocabulaire voor. Laats was ik met mijn dochter aan het oefenen voor de dikke bandenrace. Ze had al snel genoeg van de plaatselijke rondjes door het dorp en zei na het laatste rondje dat dit toch echt niets voor haar was. Vandaag (zaterdag 4 april 2009) ben ik dan ook stomverbaasd als mijn dochter thuiskomt met een flinke beker en een hele tas met allerlei wielerattributen. Trots als een pauw volgt het verhaal; ze heeft gewonnen in de dikke bandenrace. Blijkbaar heeft ze meer pit dan haar pa. Die is al blij als hij een sprintje bergop kan winnen met één van zijn fietsvrienden.

.

.